We zijn nog steeds niet uitgepraat en uitgeschreven over Het Nieuwe Werken (HNW).
In seminars en nieuwe boeken laten we ons nog steeds inspireren en bijspijkeren. Ook worden nog steeds nieuwe werkomgevingen opgeleverd, die zijn ingedeeld vanuit het principe ‘activiteitgericht werken’. De wetgever staat ook nog niet stil. Dankzij de nieuwe Wet Flexibel Werken die per 1 januari 2016 ingaat mogen werknemers namelijk niet alleen hun arbeidsduur, maar voortaan ook hun werktijden (meer of minder uren en op andere tijden dan de huidige werktijden) en werklocatie (dus ook thuis) zelf meebepalen.

Wij het nieuwe ik
Er is wel een duidelijk verschuiving waarneembaar in waar HNW nu over gaat. Wat valt op? De focus ligt nu op ‘het wij’ in plaats van op ‘het ik’. Wij is het nieuwe ik.
Roel Geenen (Veldhoen + Company) beschrijft in zijn blog waar dat uit voort komt. Medewerkers houden slechts beperkt rekening met geplande overleggen, geven hun persoonlijk gewenste flexibiliteit voorrang. Ook is gebleken dat de individuele regel-ruimte, de flexibele werkomgeving of mobiele IT-tools samenwerking wegdrukt. Hij is duidelijk over wat nodig is: meer aandacht voor ‘het verbeteren van samenwerken’ binnen ‘Het Nieuwe Werken’.

Is het gek dat zelfs de digitale generatie ervoor kiest om ‘naar het werk te gaan’, om daar samen te werken met anderen? Eigenlijk niet. Want samenwerken zit in ons DNA opgesloten. Kijk naar alles wat we op deze wereld (zowel aan goede als foute dingen) voor elkaar hebben gekregen. Of het nu om piramides, de stoomtrein, deltaplannen of internet gaat, het is voort gekomen uit mensen die fysiek samen werkten. Die elkaar schouder aan schouder, hersenpan tegen hersenpan hebben opgestuwd om ‘nieuwe dingen’ te realiseren. Dat er nu een verlegging van aandacht komt van de ‘happy I-worker’ naar de ‘happy WE-worker’ is dus psychologisch gezien logisch.

Innovatief organiseren
Naast de kanteling naar ‘WIJ-werken’ is er een andere verschuiving relevant voor de toekomst van Het Nieuwe Werken: het Rijnlands organiseren. Met de drie V’s, verbinden, vertrouwen en vakmanschap als uitgangspunt, laat deze vorm van organiseren de professionaliteit van medewerkers prevaleren boven de mening van de baas. Het gaat om teamprestaties (vaak ook met scrum als methodiek) en solidair zijn met elkaar, met coördinatie vanaf de werkvloer. Vakmanschap staat voorop en het primaire proces van de organisatie staat centraal. Rijnlandse organisaties gedijen waar de huisvesting gericht is op samenwerken (ook digitaal) en ontmoeten, en er sprake is van openheid en organisatie-identiteit is in plaats van anonimiteit.

Vinden van nieuwe ritmes
Tel ‘WIJ is het nieuwe ik’ op bij ‘Rijnlands organiseren’ en je krijgt ‘Het Rijnlands WIJ-werken’. Hiermee krijgt de toekomst van HNW richting. Zijn we er hiermee?
Volgens Marli Huijer, hoogleraar wijsbegeerte en Denker des Vaderlands niet. In haar blog ‘nieuwe ritmes in de 24-uurs economie’ wijst ze er op dat “nieuwe technologieën ons weliswaar heel veel gebracht hebben, maar ook bijdragen aan een verlies van sociale ritmes. Het vanzelfsprekende verschil tussen dag en nacht, werkdagen en weekdagen is verloren gegaan”. Ze zet uiteen dat mensen nu vaak veel meer uren draaien dan hun ouders ooit gedaan hebben. De kans is reëel dat we de balans verliezen tussen rust en activiteit. En die balans is wel nodig om met energie te werken en met plezier te leven.“We zullen op zoek moeten naar nieuwe ritmes, zowel op het werk als thuis. Dat hoeft geen traditioneel ritme te zijn, maar zo’n vast patroon van herhaling waarbinnen je de vrijheid hebt om te variëren, geeft rust.”
Zie hier de niet te onderschatten derde richtinggever van de toekomst van Het Nieuwe Werken.

Frank Verberne
Reageren op deze blog? frank.verberne@invorm.biz